Nog twee maand te gaan… Stillekes aan komt het dichterbij en af en toe komt het besef: “
waar ben ik weer aan begonnen”. Zo nu en dan, tijdens het fietsen (als ik langs een eindeloos kanaal fiets), of het zwemmen (de zoveelste keer langs dat zelfde baantje) begin ik dan wat te rekenen en te vergelijken.
Voor het zwemmen, moet ik 3.8 km afleggen. Dat komt dus neer op 76 baantjes in de wezenberg of 152 baantjes in een 25 meter zwembad. Mocht het lange afstand badkuipzwemmen een officiële olympische discipline zijn (en geef toe het zou toch aantrekkelijke televisie opleveren), zou dit willen zeggen dat ze 2100 keer heen en weer moeten zwemmen. Anderzijds is het slechts 1/9 van de afstand die iemand aflegt als hij het kanaal overzwemt, klinkt al direct een stukje minder ambitieus. Eergisteren zei nog iemand tegen mij: “amai gij gaat den triathlon mee doen, dat begint toch met 80 km zwemmen hé”. Als ik hem vervolgens moest corrigeren met te zeggen dat het ‘slechts’ 3.8 km is, klonk dit toch wel wat nietiger.
Het fietsen valt te vergelijken met van bij mij tot in Leuven en terug te fietsen, om vervolgens toch nog eens snel heen en weer te gaan. Even ver als 360 keer naar de Pita zaak om mijn hoek, 36 keer de afstand die ik naar mijn werk afleg en 180 keer de golflengte van een radiogolf met een frequentie van 300 MHz.
Het lopen komt overeen met ongeveer 420 keer de lengte van een voetbalveld. Papillon (voor diegene die hem niet kennen, dat is dieë gast die een tijdje in het gevang heeft gezeten, van alles heeft kunnen binnen smokkelen door het op een wel heel delicate plek te verstoppen en vervolgens nog ontsnapt is ook, bij dezen is ook direct duidelijk welk deel mij het meest is bijgebleven) zou 1050 keer heen en weer in zijn isoleercel hebben moeten lopen (zijn favoriete hobby, niet dat er veel concurrentie was van andere hobby’s want bij mijn weten was hij nu net vergeten zijne gameboy binnen te smokkelen) om dezelfde afstand te bereiken.
Het omkleden (wordt wel eens de vierde discipline bij een triathlon genoemd) zal dan weer 10 keer sneller moeten gebeuren als bij de gemiddelde oerdegelijke Vlaamse vrouw (toegegeven, ik moet dan ook niet checken of er ladders in mijn kousen zitten). Ten slotte hoop ik dit alles binnen de 15 uur te klaren. En dat komt ongeveer neer op twee volledige werkdagen of 30 afleveringen van Sara.
Ook het lezen van wedstrijd verslagen schept niet altijd vertouwen in een goede afloop. Blijkbaar moeten heel wat triatleten overgeven tijdens het lopen (kwestie van de maag die niet meer opgewassen is tegen al die zoete siroopkes en bananen). Krampen tijdens het zwemmen (lijkt mij ook niet direct de meest comfortabele situatie om in verzeild te geraken), bij de aankomst aan den baxter moeten hangen wegens uitputting en pech tijdens het fietsen (en bij den triathlon moet je echt zoals in de jaren 1900 nog u eigen depanneren, dus zelf nog een band versteken, ketting repareren, de smid opzoeken bij het afbreken van je zadel…).
Maar ik heb deze middag toch maar een lekker slaatje gegeten met een overheerlijk 7 granen broodje erbij. Zonder mayonaise!!!!!