vrijdag 25 juli 2008

Oops, I did it again...

Een belangrijke trainingen om af en toe eens te doen is de brick-training. Dat wil zeggen dat je eerst één discipline doet om vervolgens snel (zonder eerst een half uur uit te rusten) de volgende discipline traint. Dit is vooral bedoelt om je spieren (of veredelde pezen in mijn geval) te laten wennen aan de overgang. Eigenlijk bestaan er dus twee soorten brick trainingen. De eerste is beginnen met zwemmen om direct daarna te gaan fietsen. Deze heb ik nog niet echt gedaan (of je moet het naar huis fietsen na het zwemmen mee tellen, wat neer komt op 15 min fietsen, bwaa laten we stellen dat dit niet voldoende is). De andere brick-training is eerst fietsen en vervolgens lopen. Deze heb ik al meerdere malen gedaan. Regelmatig ga ik eerst een uurtje-anderhalf uurtje op de rollen fietsen om vervolgens te gaan lopen voor anderhalf uur. Den truck is natuurlijk zo snel mogelijk na het fietsen gaan lopen (anders heeft het geen zin). Ik moet zeggen dat dit echt een vettig effect heeft. Je lichaam heeft juist een uur in een houding gezeten waar je benen een hoek vormen van ongeveer 70-90 graden t.o.v. je romp. Vervolgens moeten je benen (tijdens het lopen) in rechte lijn t.o.v. je romp hun werk doen. Je voelt die echt tegenspartellen: allé laat ons nu terug in een hoek van 90 graden zitten. Gevolg is de eerste vijf minuten als ne kreupelen door de straten hossen tot de benen doorhebben dat ik er toch niks aan ga veranderen om dan maar gewoon mee werken. En dat is dus al na een uurtje fietsen, wat gaat dat geven na de 180 km, ik ben benieuwd.

Je moet wel voor één ding opletten bij deze brick-sessions. Deze week had ik zo een sessie gehouden. Eerst een uurt op de rollen en vervolgens mij zo snel mogelijk in mijn loop outfit hijsen om te gaan lopen. Bij het vertrekken (in mijn obsessie om een zo snel mogelijke omkleed-tijd neer te zetten) vroeg Eve zich echter af of ik echt van plan was om in mijn onderbroek op straat te gaan joggen. Dus opletten dat je wel degelijk alle kledingstukken hebt aangetrokken alvorens te gaan joggen (al heeft Britney daar ook geen last van).

Ik kan trouwens niet beweren dat ik in de omgekeerde situatie Eve er op had gewezen, dus bij deze toch ne kleine merci...

vrijdag 11 juli 2008

En, wat hebben we vandaag geleerd?

Gisteren weer enkele lessen op de harde manier, met andere woorden proefondervindelijk, geleerd. Na het werk nog gaan zwemmen. Eén keer per week probeer ik de volledige afstand te zwemmen en dat was dus gisteren. Aangezien dit wel eventjes duurt ben ik dan ook wat later thuis en heb ik grote honger. Gevolg: als een wilde ben ik tekeer gegaan op een bord groentjes, wat boterhammen en soep (je kent dat wel, nog voor je mond, die je juist hebt vol gestouwd met groentjes, leeg is er toch al enkele lepels soep en enkele happen boterham proberen bij te proppen, ondertussen ben je dan verplicht via je neus te ademen, want veel lucht gaat er niet meer bij. Dit blijf je herhalen tot je echt wel verplicht bent wat gas terug te nemen wegens het buiten adem geraken, waarna je eventjes moet uithijgen. Eens je terug op adem ben gekomen, kun je weer een serieke neer zetten. Eigenlijk is dit een soort interval-eet-training. Volgende keer toch eens proberen te doen met hartslag-meter...). Na het eten wou ik nog een uurtje gaan lopen, maar het weer leende zich daar niet direct toe (het was immers weeral zwaar aan het regen). Eens gedaan met eten, merkte ik echter dat het juist was gestopt met regenen. Naief als ik ben, dacht ik, dat indien ik snel vertrok, het wel een uurtje droog ging blijven. Resultaat: 5 min na mijn schrans-partij stond ik al in loop-outfit klaar om te vertrekken. Na 10 minuten lopen, zware krampen, blijkbaar kan een lichaam niet en lopen en eten verteren tegelijkertijd. Nog eens 20 minuten later, hoe kan het ook anders, begon het weer te regen. Tot zo ver mijn schamele poging om tussen twee belgische stortbuien door met volle maag proberen te lopen.

Om op zijn Piet Huysentruyt's (één van mijn idolen trouwens, hij is vooral schitterend als hij de stijfheid van zijn eiwit demonstreerd door de de kom omgekeerd boven zijn hoofd te houden, meesterlijk gewoon) af te sluiten: wat hebben we vandaag geleerd (eigenlijk gisteren al maar dan klopt de spreuk van Piet niet meer)?
  • Stap 1: de gemiddelde mond-inhoud is te klein om er en groentjes en boterhammen en soep in te steken.
  • Stap 2: ademen is ook tijdens het eten noodzakelijk, neem er je tijd voor.
  • Stap 3: wacht even tot je maag wat gekalmeerd is alvorens te gaan lopen.
  • Stap 4: twee opeenvlogende regenbuien in België, liggen nooit langer dan 30 minuten uit elkaar (al moet ik toegeven, dat deze statistiek zich baseerd op een steekproef bestaande uit 1 persoon, dus er kan wel een kleine foutmarge op zitten).

vrijdag 4 juli 2008

Cijfers en nutteloze vergelijkingen

Nog twee maand te gaan… Stillekes aan komt het dichterbij en af en toe komt het besef: “waar ben ik weer aan begonnen”. Zo nu en dan, tijdens het fietsen (als ik langs een eindeloos kanaal fiets), of het zwemmen (de zoveelste keer langs dat zelfde baantje) begin ik dan wat te rekenen en te vergelijken.

Voor het zwemmen, moet ik 3.8 km afleggen. Dat komt dus neer op 76 baantjes in de wezenberg of 152 baantjes in een 25 meter zwembad. Mocht het lange afstand badkuipzwemmen een officiële olympische discipline zijn (en geef toe het zou toch aantrekkelijke televisie opleveren), zou dit willen zeggen dat ze 2100 keer heen en weer moeten zwemmen. Anderzijds is het slechts 1/9 van de afstand die iemand aflegt als hij het kanaal overzwemt, klinkt al direct een stukje minder ambitieus. Eergisteren zei nog iemand tegen mij: “amai gij gaat den triathlon mee doen, dat begint toch met 80 km zwemmen hé”. Als ik hem vervolgens moest corrigeren met te zeggen dat het ‘slechts’ 3.8 km is, klonk dit toch wel wat nietiger.

Het fietsen valt te vergelijken met van bij mij tot in Leuven en terug te fietsen, om vervolgens toch nog eens snel heen en weer te gaan. Even ver als 360 keer naar de Pita zaak om mijn hoek, 36 keer de afstand die ik naar mijn werk afleg en 180 keer de golflengte van een radiogolf met een frequentie van 300 MHz.

Het lopen komt overeen met ongeveer 420 keer de lengte van een voetbalveld. Papillon (voor diegene die hem niet kennen, dat is dieë gast die een tijdje in het gevang heeft gezeten, van alles heeft kunnen binnen smokkelen door het op een wel heel delicate plek te verstoppen en vervolgens nog ontsnapt is ook, bij dezen is ook direct duidelijk welk deel mij het meest is bijgebleven) zou 1050 keer heen en weer in zijn isoleercel hebben moeten lopen (zijn favoriete hobby, niet dat er veel concurrentie was van andere hobby’s want bij mijn weten was hij nu net vergeten zijne gameboy binnen te smokkelen) om dezelfde afstand te bereiken.

Het omkleden (wordt wel eens de vierde discipline bij een triathlon genoemd) zal dan weer 10 keer sneller moeten gebeuren als bij de gemiddelde oerdegelijke Vlaamse vrouw (toegegeven, ik moet dan ook niet checken of er ladders in mijn kousen zitten). Ten slotte hoop ik dit alles binnen de 15 uur te klaren. En dat komt ongeveer neer op twee volledige werkdagen of 30 afleveringen van Sara.

Ook het lezen van wedstrijd verslagen schept niet altijd vertouwen in een goede afloop. Blijkbaar moeten heel wat triatleten overgeven tijdens het lopen (kwestie van de maag die niet meer opgewassen is tegen al die zoete siroopkes en bananen). Krampen tijdens het zwemmen (lijkt mij ook niet direct de meest comfortabele situatie om in verzeild te geraken), bij de aankomst aan den baxter moeten hangen wegens uitputting en pech tijdens het fietsen (en bij den triathlon moet je echt zoals in de jaren 1900 nog u eigen depanneren, dus zelf nog een band versteken, ketting repareren, de smid opzoeken bij het afbreken van je zadel…).

Maar ik heb deze middag toch maar een lekker slaatje gegeten met een overheerlijk 7 granen broodje erbij. Zonder mayonaise!!!!!